Halsband - Aponi
Staat voor “Vlinder” en wordt bij de indianen als naam gebruikt.
Staat voor “Vlinder” en wordt bij de indianen als naam gebruikt.
De naam Arikari stamt af van de naam Árikara. Deze naam betekent ‘Hoorn’ wat verwijst naar de haardracht van de Arikari’s. Zij droegen hun haar met twee botten die rechtop stonden waardoor het leek dat zij horens hadden.
De vertaling voor “Eland” vanuit de Hopi-stam (een indianenvolk in het noordoosten van Arizona).
De Chatino zijn een indiaans volk woonachtig in de staat Oaxaca in Mexico. Het Chatino is een toontaal en staat bekend als bijzonder moeilijk. 'Chatino' betekent dan ook 'moeilijke taal'. Hoewel hun leefgebied rijk is aan natuurlijke hulpbronnen, zijn de Chatino vooral een landbouw volk. Zij verbouwen onder andere maïs, bonen, pompoenen, chilipepers en voor de export koffie. De Chatino zijn ook bekend om hun textielvervaardiging.
De Chuj zijn een Mayavolk woonachtig in Guatemala en Mexico. De meeste Chuj (ca. 65.000) zijn gevestigd in Guatemala, voornamelijk in de gemeentes San Mateo Ixtatán en San Sebastián Coatán in het departement Huehuetenango. In Mexico wonen 2.200 tot 3.000 Chuj.
Degene die de titel ‘Dasan’ mocht dragen, was de aanvoerder van de vogelclan.
De Guarijío leven in de Westelijke Sierra Madre in het noordwesten van Mexico. Ze spreken een Uto-Azteekse taal en zijn zeer nauw verwant aan de Tarahumara. Zij werden in 1620 voor het eerst door Spaanse missionarissen beschreven.
De Huichol zijn een indiaans volk dat in het westen van Mexico leeft. De Huichol noemen zich in hun eigen taal Wirrá'itari, wat "tovenaar" betekent. Hun taal, die eveneens Huichol heet, maakt deel uit van de Uto-Azteekse taalfamilie. De Huichol leven vrij afgezonderd van de rest van de wereld. Ze zijn een landbouwend volk en kennen gemeenschappelijk grondbezit.
De Ch'ol zijn een Mayavolk woonachtig in de staten Campeche, Chiapas en Tabasco in het zuiden van Mexico. Het leefgebied van de Ch'ol is het tropisch regenwoud van het Usumacintabassin en het zuidwesten van Yucatán. De Ch'ol verbouwen voornamelijk mais, en maken bij de landbouw nog op grote schaal gebruik van het milpasysteem, waarvan zij in een ver verleden mogelijk de uitvinders zijn geweest.
De Lencas zijn een indiaans volk in Centraal-Amerika. Zij waren lange tijd de voornaamste bewoners van het huidige Honduras en El Salvador. Gedurende de Spaanse kolonisatie organiseerden zij vanuit El Salvador een verzetsstrijd die gedurende tien jaar aanhield. Deze oorlog eindigde met de dood van de Lenca-leider Lempira. Tegenwoordig bestaat er in El Salvador, en in mindere mate ook in Honduras (bijvoorbeeld rondom La Esperanza), nog een actieve gemeenschap van Lenca's.
De Metoac leefden op Long Island ten oosten van de Nassau County Line. Ze leefden daar rond het jaartal 1600. Als gevolg van de voortdurende oorlogen en epidemieën nam het aantal in de daarop volgende 60 jaren snel af.
De naam ‘Naibi’ staat voor ‘Jong hert’ en is afkomstig van de ‘Osage’ stam. De Osage stam moet gerekend worden tot de semi- Nomadische jagers en gingen drie keer per jaar op jacht.
De vertaling voor “Rond en Glad” vanuit het indiaans.
De naam ‘Niyol’ is afkomstig van de ‘Navajo’ stam, die het letterlijk vertaalden als ‘Wind’. Deze stam leefden in het Four Corners Reservaat in de woestijnstaten van de Verenigde staten.
De Otomí bewonen al sinds de precolumbiaanse tijd de bergen en vlaktes ten noorden van Mexico-Stad. Ze waren oorspronkelijk nomaden, maar vestigden later hun hoofdstad in Xaltocan. Ze stonden bekend als goede krijgers, en werden voor die functie dan ook ingehuurd door de Azteken.
De vertaling voor “hij/zij komt” vanuit het indiaans. Deze naam werd al gegeven, voordat een baby geboren werd.
De Taíno vormden een indianenvolk dat in gebieden in de Caraibische Zee heeft geleefd. Ze leefden op het grondgebied van de huidige Dominicaanse Republiek, Haïti, Bahama's, Cuba, Jamaica, Puerto Rico, de Turks- en Caicoseilanden en de noordelijke Kleine Antillen. De Taíno waren tegen het eind van de 16e eeuw als apart volk uitgestorven, onder andere door ziekten die de kolonisten uit Europa met zich meenamen.
De Tarahumara of Rarámuri zijn een indiaans volk woonachtig in de staat Chihuahua in het noorden van Mexico. Tarahumara is een Spaanse verbastering van Rarámuri, ‘zij die snel rennen’. Zij geloven in leven na de dood en het bestaan van goede en slechte wezens. Onder de goede wezens bevinden zich de zon, de maan, slangen en stenen, die regen veroorzaken en de dieren waarop zij jagen controleren. Slechte wezens zijn de heren van de onderwereld, die dood en natuurrampen veroorzaken.
‘Telutci’ betekent ‘beer die stof maakt’. Een vertaling uit de spreektaal van de ‘Miwok-indianen’ een stam uit Noord-Californië en was een federaal erkende stam.
De Tzeltal een Mayavolk woonachtig in de staat Oaxaca in het zuiden van Mexico. Er leven 384.074 Tzeltal in Mexico. De Tzeltal zijn een landbouwvolk, ze verbouwen onder andere maïs, bonen, pompoenen, maniok en chilipepers. Zij staan ook bekend om hun handnijverheid.
De Umatilla stam leefde voornamelijk in de omgeving van de rivier de Columbia. De Umatilla’s leefden voornamelijk van de visvangst, jacht, het verzamelen en door te handelen met andere stammen in hun omgeving.
De naam ‘Yamka’ staat voor bloesem en is afkomstig van de ‘Hopi’ stam. Deze stam leefden in het Noordoosten van Arizona.
De Alsea waren een indiaans volk uit het westen van Oregon in de Verenigde Staten. Ze leefden oorspronkelijk rond de Alsea Bay en de monding van de rivier de Alsea. Zoals veel volken in de regio joegen ze op zeehonden en zeeleeuwen, visten ze op zalm en deden ze aan head flattening.
De Charrúa waren leden van een indianenstam die in het zuidelijke gedeelte van Zuid-Amerika woonden, in wat we nu kennen als Uruguay, het noordoosten van Argentinië en het zuiden van Brazilië. Men denkt dat ze daar al sinds 7000 v. Chr waren. Het waren nomaden die zich zelf onderhielden met visserij. Ze leefden voornamelijk in tenten.
De Clatsop waren een stam van de Chinook die aan de Pacifische kust rond Cape Adam in het huidige Oregon woonden. Zij spraken Clatsop, een dialect van het Lower Chinook. Na grotendeels te zijn uitgeroeid door ziekten die de blanken hadden meegebracht, trokken zij samen met andere resten van stammen naar het Grande Ronde reservaat in Oregon. In 1910 stonden daar nog 26 personen als Clatsop ingeschreven. In 1956 verloor de bevolking van het Grand Ronde reservaat zijn status als indiaan.
De Mapuche (Mapudungun: Che = Mensen + Mapu = van het land) zijn een inheems volk van Centraal- en Zuid-Chili en Zuid-Argentinië. De traditionele economie van de Mapuche is gebaseerd op de agricultuur. De traditionele sociale organisatie bestaat uit verschillende families onder leiding van de lonko , de baas of de leider. Vandaag de dag zijn nog steeds erg veel Mapuche en Mapuche gemeenschappen betrokken bij verschillende conflicten over land en inheemse rechten, zowel in Argentinië en Chili.
De naam "Mohawk" zou oorspronkelijk uit het Algonkin komen en betekent "ze eten levende dingen", mogelijk een verwijzing naar kannibalisme. Of dit werkelijk het geval was is niet aangetoond. De Mohawk noemen zichzelf Kanienkehaka wat "mensen van de vuursteen" betekent. Ze zijn traditioneel de "Hoeders van de Oosterse Deur" die de Haudenosaunee moeten beschermen tegen aanvallen van buitenaf. Deze naam werd later gebruikt om een "hanenkam" als kapsel aan te duiden. Dit omdat de Mohawk vaak zo'n hanenkam droegen wanneer ze ten strijde trokken.
De Onondaga (Ononda'gega' of het volk van de heuvels ) zijn een der 5 oorspronkelijke staten van de Irokese Confederatie. Zij waren de bewakers van het vuur. Hierom vergaderde de Liga van de Irokezen in de Irokeze hoofdstad in Onondaga, zoals de traditionele chefs dat vandaag ook nog doen.
De naam 'Pawnee' is afgeleid van het Pawnee-woord pariki, dat hoorn betekent en heeft betrekking op de typische haardracht van de strijders. De Pawnee was een volk met traditioneel een overwegend agrarische cultuur. Ze leefden in uitgegraven, min of meer opeengestapelde holen die grote nederzettingsgemeenschappen konden vormen. Meestal waren zulke nederzettingen aan de flanken van een beek- of rivierdal gesitueerd.
De Watlata waren een Noord-Amerikaans indianenvolk uit het noordwesten van de Verenigde Staten. De Watlata waren Chinook die bij de watervallen van de Columbia en Willamette in Oregon en Washington leefden. Ze waren sprekers van het uitgestorven Cascadesdialect van het Upper Chinook en sommige schrijvers hebben de term Watlata gebruikt voor alle Upper Chinook.
Nieky'Z - The Charm That Connects, rijkelijk uitgevoerde lederen sieraden met natuursteen, bedels en Swarovski. Voor dame, heer en uw trouwe metgezel!